vrijdag 3 november 2017

De kunst van het verwijzen

Niet alle cliënten of patiënten melden zich uit zichzelf aan voor de kunstzinnige therapie. Vaak is er iemand nodig die hen erop wijst. Dat kan een arts zijn of een psycholoog, maar ook een verpleegkundige, leerkracht of iemand in de naaste omgeving. De beste verwijzers zijn vaak de mensen die zelf kunstzinnige therapie hebben gevolgd of dit hebben ervaren in een ervaringsgerichte klinische les of workshop. Met andere woorden: je moet er eens van geproefd hebben!

In het ziekenhuis merk ik dat het aantal verwijzingen sterk kan fluctueren: op verpleegafdelingen waar ik meer zichtbaar ben (omdat ik daar patiënten begeleid) komen er ook meer verwijzingen, waardoor ik op die afdeling dus zichtbaar blijf en vice versa. Ook merk ik dat de meegegeven indicatie sterk kan verschillen: van heel specifiek tot redelijk vaag zoals ‘misschien is het iets’. Door het inlezen in het patiëntendossier en het kennismakingsgesprek met de patiënt kom ik vaak wel op een idee voor een eerste sessie en kan de therapie starten. Gedurende de eerste sessie worden vaak de onderliggende thema’s vanzelf duidelijk en geeft dit aanknopingspunten voor de verdere begeleiding. Uiteindelijk kom je er dus wel, maar met een specifiekere verwijzing kom je er vaak wel sneller.

Gedurende een langere periode heb ik bijgehouden wie er met name verwijzen, welke indicaties meegegeven worden en of de patiënt daadwerkelijk mee wil doen met de kunstzinnige therapie. Studenten verpleegkunde hebben bij de verwijzers onderzocht welke indicaties zij achteraf konden benoemen, dus als de therapie al heeft plaatsgevonden. Hier bleek een significant verschil: vooraf waren de indicaties vaak vaag, terwijl achteraf veel preciezer kon worden benoemd wat het effect was van de therapie. Verwijzers gaven tevens aan behoefte te hebben aan meer informatie over de kunstzinnige therapie.

Onder verpleegkundigen (de belangrijkste verwijzers, bleek uit het onderzoek) werden aandachtsvelders gevraagd: verpleegkundigen die open staan voor de kunstzinnige therapie, nieuwsgierig zijn naar de mogelijkheden en hun enthousiasme kunnen overbrengen op hun collega’s en met name de patiënten. De aandachtsvelders is de mogelijkheid geboden een proefsessie kunstzinnige therapie te volgen, in de veronderstelling dat het zelf ervaren bij kan dragen aan de beeldvorming.

Dit proeven gebeurt ook buiten het ziekenhuis, bijvoorbeeld in mijn eigen atelier/ praktijk. De afgelopen jaren heb ik heel wat (oud-)collega’s (uit het onderwijs of de zorg) in het atelier ontvangen om deel te nemen aan een workshop of cursus. Het effect is vaak verwondering door de kracht van het materiaal en de techniek en de betekenis van het beeld wat ontstaat. Van ‘heerlijk om te doen’ en ‘ik wist niet dat ik dat kon’ tot ‘ik herken mezelf in de manier van werken’ of ‘het beeld toont hoe ik me van binnen voel’. Zelf ben ik vaak verwonderd over de totale stilte die er tijdens het werken is, ondanks de soms best wel grote groepen. Iedereen wordt als het ware in zijn eigen werk gezogen, gaat daar op ontdekkingsreis tussen vorm, kleur en beweging; het kopje thee wordt vaak koud (als men er niet al per ongeluk de penseel in heeft gedoopt) en de tijd wordt vergeten.

Kom ook eens proeven van de kunstzinnige therapie en merk het effect op je beeldvorming als mogelijke verwijzer, maar bovenal: merk hoe het ook je eigen levenskracht aanspreekt en bijdraagt aan je eigen gezondheid. Je kunt immers pas echt iets goed voorschotelen als je er zelf van geproefd hebt!  
Kom ook eens proeven van de kunstzinnige therapie!
Yvonne Peschier
kunstzinnig vaktherapeut beeldend
www.kunstzinnigetherapie.info 
yvonne@kunstzinnigetherapie.info